George Orwell, De domineesdochter (A Clergyman’s Daughter)

6 aug

Regelmatig te gast zijn bij antiquariaten levert een onalledaagse lijst van boeken op. Verrassend ook. Zodoende heb ik altijd wel een stapeltje tot een stapel nog te lezen boeken. Over wat dan maakt dat ik het ene boek wel en het andere niet begin te lezen, lijkt me een aardig onderwerp voor een klein zelfonderzoek. In ieder geval, ik las de mij onbekende titel van George Orwell.
Lang geleden het bekende Animal Farm gelezen, en wat later 1984. Ook Een saluut aan Catalonië waarin de schrijver zijn ervaringen beschrijft in de Spaanse burgeroorlog. Verder was van het ongelezen Keep The Aspidistra Flying de intrigerende titel blijven hangen.

Orwell is een schrijver die iets te melden heeft over de maatschappij. Hij nam zijn kritische houding ernstig, wat resulteerde in zijn daadwerkelijke strijd tegen het fascisme van Franco. Omdat hij in het begin verre van succesrijk was, heeft hij de armoe, tot aan een dakloos bestaan in Londen toe, aan den lijve ondervonden. Die kennis zit verwerkt in De domineesdochter.
De hoofdpersoon Dorothy is 28 en dochter van een rector (vicar, pastoor) van de Anglicaanse kerk. Waarom de vertaler voor dominee heeft gekozen weet ik niet. Haar vader, de rector leidt een kleine parochie in een dorp met al zijn dorpse hebbelijkheden. Hij is een levend anachronisme: hij is, wat zijn instelling betreft een paar eeuwen te laat geboren. Aan de mensen in de parochie heeft hij weinig boodschap, alles wat niet rechtstreeks de preken betreft, knapt Dorothy voor hem op. Als zij aan zichzelf twijfelt, doet ze wel genoeg, wijkt ze niet af van het smalle gelovige pad, dan prikt ze zich bij wijze van boetedoening met een stevige speld in haar arm, of ze slaat een maaltijd over. Van de omgang met mannen, een omhelzing, een kus, moet ze niets hebben, en van de gedachte aan Het Gedoe wordt ze bijna fysiek onpasselijk.
Na een bezoek aan een schilder, kunstenaar, bon vivant, Don Juan, keert ze verward huiswaarts. Aanvankelijk wil ze ondanks haar vermoeidheid nog een karweitje afmaken. Dan gebeurt er iets wat zij zelf niet weet en de lezer ook niet, maar kennelijk is ze van huis weggelopen en na een paar weken treffen we haar zwervend in de straten van Londen. Ze heeft een ernstig geheugenverlies en weet zelfs haar naam niet meer. Behelsde het eerste hoofdstuk een scherp beeld van een dorpsgemeenschap, met zijn kleingeestige narigheid, het tweede hoofdstuk beschrijft de zelfkant van het Londense leven en een episode waarin ze zich als hopplukster in leven houdt. Orwell meent hier dat de lagere klasse continue Cockney moet spreken. Dat doen die mensen natuurlijk wel, maar het is bepaald onplezierig lezen. Het leidt af, het wordt een beetje streekroman. Na een nieuwe wending krijgt Dorothy een baan als schooljuffrouw op een particulier schooltje. Dit is voor de schrijver een goede aanleiding om het toenmalig – de jaren dertig uit de vorige eeuw – schoolsysteem onder de loep te nemen. Er bestond nauwelijks wetgeving of toezicht op zulke scholen. Het motief was geld verdienen en Orwell vergelijkt het ergens met het houden van een bordeel, met dien verstande dat een school exploiteren niet illegaal was.
Na een onverwachte wending keert Dorothy uiteindelijk terug. Haar geloof heeft ze verloren, en ze weet niet wat ze er voor in de plaats kan stellen. Het leven zien als iets waarvan je moet genieten, is voor haar geen optie. Ze blijft met een grote leegte zitten. Het huwelijksaanzoek van de schilder, die iets minder dan twintig jaar ouder is, wijst ze af. Hij is een typische hedonist, dat is een reden, maar aan het fysieke contact moet ze ook niet denken. Ze pakt haar oude leventje weer op als dochter van de rector, nu echter zonder geloof.
Zo heeft Orwell een verhaal gecomponeerd dat weliswaar om Dorothy draait, maar dat tegelijkertijd een voertuig is om een aantal kritische beelden uit het Engelse leven te schetsen. Dit strookt precies met zijn maatschappelijke betrokkenheid. Daarnaast raakt hij een groot thema, wat is de reden van het bestaan, als het niet het geloof is, blijft dan alleen maar leegte? Of leegte vooral voor wie het geloof is kwijtgeraakt?

De Engelse versie in pdf-vorm is hier te vinden: http://ebookbrowse.com/george-orwell-a-clergymans-daughter-pdf-d137141783

Advertentie

3 Reacties naar “George Orwell, De domineesdochter (A Clergyman’s Daughter)”

  1. pam 7 augustus 2012 bij 05:56 #

    Kon je genoegen nemen met het feit dat we niet weten wat er met de dochter gebeurt en eaarom ze naar de stad vlucht? Doet het er niet toe? Of anders; wat vind je ervan als een schrijver zaken achterwege laat.
    PS ik kocht ooi ‘Aan de grond in Londen en Parijs’ vanwege de avontuurlijke titel.

  2. keesschrevel 7 augustus 2012 bij 10:03 #

    Ja, je weet als lezer wel niet precies wat er is gebeurd, maar wat dat aangaat sta je op gelijke voet met de hoofdpersoon. Je hebt wel voldoende inzicht gekregen in haar gemoedstoestand en in haar omstandigheden om te kunnen vermoeden dat ze overspannen is geraakt, en dat dat tot een geestelijke instorting heeft geleid. Mijn antwoord zou “nee” zijn geweest als deze gebeurtenis zomaar uit de lucht was komen vallen. Het gaat er dus om of het plausibel is. Hier versterkt het niet-alles-weten het onderwerp: geheugenverlies.
    “Aan de grond in Londen en Parijs” betreft de periode dat Orwell werkelijk geen cent had. Het was bepaald niet een keuze om een interessant boek te kunnen schrijven. Eerst waren de ervaringen er, later pas het boek. Ook in De domineesdochter gebruikt hij die kennis.

    • pam 8 augustus 2012 bij 03:55 #

      Dat het stof oplevert is altijd een troost als je schrijft! Bedankt voor je reactie.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: