Wat heb je net gelezen voor je aan het volgende boek begint? Ik merkte dat het wel degelijk iets uitmaakt, zeker waar het net gelezen boek een bundel verhalen en notities was van Sylvia Plath. In de eerste bladzijden miste ik al de indringendheid, alsof je na een tocht op een ruige zee op een kalm meer terecht komt. De eerste alinea begint met een relativering. Als je maar voldoende afstand neemt, in ruimte maar zeker ook in tijd, vervaagt zelfs de eigen familie inclusief de ongelukkige leden daarvan, tot een zoetsappige onschuld. Aan het woord is een ’ik’ die later zoon August van Regina blijkt te zijn. Om niet in raadselen te spreken: de roman gaat in hoofdzaak om zes mensen, twee echtparen waarvan Noël en Regina een zoon hebben, en Rudolf en Elsie een dochter, Lilly.
Het verhaal wordt in de hij-vorm geschreven, het perspectief wisselt per hoofdstuk. Al lezend kom je te weten dat Noël een ware autochtoon is in het Vlaamse dorp aan de Leie. Hij en zijn vrouw staan voor de traditie, de kerk en eenvoud. Rudolf komt van buiten, is seksuoloog, welgesteld. Hij laat een grote hoeveelheid bomen kappen om er een kubistisch betonnen huis neer te zetten, naast de woning van Noël. Zijn hele levensstijl en -opvatting staan in scherp contrast met die van zijn buren.
Er zou weinig te vertellen zijn als deze buren hun eigen leven zouden leven en af en toe eens een glas wijn of bier dronken. In een korte flaptekst zien we al dat het weekend van de ramp met de Herald of Free Enterprise (vrijdag 6 maart 1987) het moment is waarin de levens van de echtparen op drift raken. Voor die tijd waren al vierhoeksverhoudingen ontstaan.
Op de tweede pagina is het 5 maart en komt de aarde tevoorschijn uit een laag van sneeuw en ijs. Het grootste deel van de roman wordt dus in flashbacks verteld. Veel algemeen beeld, achtergronden, af en toe een inkijkje in de psychologie van de personages. Dat ik een gevoel kreeg dat het aan urgentie ontbrak, kwam niet alleen door het vorige boek. Het mooie van lezen is dat je je laat meenemen door het huidige verhaal, zoals je luistert naar degene die je nu aan het vertellen is wat hem of haar is overkomen. Aandachtig. Dat neemt niet weg dat de een aangrijpender weet te vertellen dan de ander.
Tussen het moment dat ik de laatste bladzijden las en het schrijven van deze impressie ligt een goede week. Genoeg om een beeld van de roman als geheel te laten ontstaan. Wat boven kwam drijven was dat het plezier van het lezen overheerste. Oscar van den Boogaard is vakman genoeg om een roman tot een goed einde te brengen. En dat er twee snelheden zijn. In het begin is het vooral expositie, de schrijver schildert een beeld van de verschillende personages. Je leert ze stuk voor stuk kennen en er worden tipjes opgelicht van de sluier die nog over de toekomstige gebeurtenissen ligt. Daarna, we zijn dan denk ik al op twee derde van de roman moet de plot worden afgewikkeld. Het verhaal raakt in een stroomversnelling. Een sterke versnelling alsof de schrijver zich bewust wordt dat er zaken gedaan moeten worden, het verhaal moet af. Voor een verbinding met de werkelijkheid zorgt de veerboot Herald of Free Enterprise die net buiten de haven van Zeebrugge kapseisde en zonk. Veel mensen staat die gebeurtenis nog op het netvlies, ook al omdat het Rotterdamse Smit-Tak de berging voor haar rekening nam. De schrijver heeft het aangegrepen om een plotwending te bewerkstelligen. Natuurlijk weet de lezer dat hij een boek leest in het genre Fictie. Niettemin doet de schrijver zijn best een verhaal te maken dat tenminste waar had kúnnen zijn. Daarin kunnen waargebeurde elementen een positieve rol spelen. Een soortgelijk punt: eerder laat hij August zich zorgen maken over de gevolgen van Tsjernobyl. Dat was een klein jaar eerder. De vraag blijft wel hoeveel lezers nog weten wanneer dat was en hoe lang die verbinding met de roman blijft werken.
Aan het eind heb je het verhaal gelezen, de plot is afgewikkeld, de personages kijken aan tegen een nieuwe situatie. Het zat allemaal goed in elkaar, het was plezierig lezen, en toch blijft er een maar. Er zijn golven, maar noch de personages, noch de lezer wordt erdoor onderuit geslagen. Het zijn te zoete golven. Al met al, zeker een lezenswaardig boek, maar ik zou er geen zoektocht aan wijden om het per se en met alle geweld in handen te krijgen.
Voor wie een kijkje in de ontwerpkeuken leuk vindt: Op de omslag een fragment uit het schilderij Destiny van John William Waterhouse. Maar wel gespiegeld en als je het opzoekt op internet, dan zie je dat de ontwerper een schip heeft laten zinken. Zichtbaar op het schilderij, maar verdwenen op de boekomslag. Erg toepasselijk, hoewel ik denk dat het uitsluitend vanwege ‘het plaatje’ is gedaan.