Op de top van de hoogste spits van de dom in Milaan staat een enorm verguld mariabeeld. De roman van Bernd Schroeder speelt zich af in een bergdorp aan de westkant van het Comomeer, zo’n zeventig kilometer ten noorden van Milaan. Vanaf de hoogste bergtop bij dat dorp kun je bij helder weer de madonnina van Milaan zien. Die piek wordt de Madonnina genoemd; de verbinding tussen Milaan en het dorp is meer dan een zichtlijn, het blijkt ook een belangrijke verhaallijn.
Het verhaal begint met de terugkomst van Massimo uit Milaan. Nadat hij als gids met een groepje toeristen, vier mannen en een vrouw, de bergtop heeft beklommen, is hij zonder een woord met de verleidelijke stadse meegegaan. Severina is in de bergen achtergebleven in het zomerhuis, met zijn moeder, schapen en konijnen. De oude en bittere moeder geeft haar van alles de schuld en Severina zwijgt. Letterlijk, tegen de schoonmoeder, de wereld, de bekenden in het dal, ze zwijgt.
Spreken is in de bergdorpen toch al geen sterk ontwikkelde gewoonte. Schroeder toont dat in een aantal dialogen met een minimum aan woorden. De personages, er zijn er meer – vrienden van Massimo, de waardin van het café, een zus van Severina, de alleenstaande Rosanna – komen juist door die weinige woorden geloofwaardig naar voren. Soms zorgt die soberheid voor een bijna poëtisch effect.
Het verhaal wordt verteld in 26 hoofdstukken van gemiddeld nog geen acht bladzijden. Ze houden zich niet aan de chronologische tijd. In het begin hoort Severina dat Massimo terug is. Hij heeft met een stuk ijzer geslagen op de kabel van de transportbaan van het dorp naar boven. Alleen zíjn slag maakt precies dát geluid, de aankondiging dat hij onderweg is uit het dal. Tussen dit moment en zijn werkelijke aankomst krijgt de lezer korte blikken op het verleden, de begeerde Massimo die alle vrouwen kan krijgen maar voor Severina kiest en niet voor haar zus die het mooiste meisje van het dorp is. In de hoofdstukken met Severina leren we haar gedachten en gevoelens kennen. In het begin hakt ze hout van gedrongen bomen die ondanks de hoogte, de wind en de winterse kou overleven. Er zit een parallel in met haar eigen karakter. Ook Massimo die gewend is om wind mee te hebben krijgt steeds meer reliëf. Hoewel er geen beschrijving is van het leven in het dorp, komt dit naar voren uit de beelden. Een boerenbevolking, vee dat in de zomer op de bergweiden graast, maar in de winter naar de beschutting van het dal moet. Een huis boven en een beter huis in het dal, de noodzakelijke boodschappen moeten in het dorp beneden worden gedaan, afdalen en klimmen over geitenpaadjes. Iedereen kent iedereen. De verschillende bewoners met wie we kennismaken hebben hun eigen verhalen en levens, meer of minder verknoopt met Massimo. Boven dat alles hangt de vraag hoe het zal aflopen met de zwijgende Severina. Dat zwijgen, haar antwoord op het verdwijnen van Massimo en haar wapen, is iets wat het dorp niet loslaat. In het jaar dat Massimo weg was viel vanzelfsprekend ook een winter, maar Severina en haar schoonmoeder zijn op de berg gebleven. Een harde oefening die ze alleen konden volhouden doordat een paar vrienden van Massimo af en toe boodschappen naar boven brachten. Severina onttrok zich daardoor wel aan de roddels en commentaren in het dorp.
De manier waarop het verhaal zichtbaar wordt lijkt op het ontwikkelen van een analoge foto. In een bad met ontwikkelaar worden de donkerste delen grijs, de lichtere delen volgen, sommige grijzen worden zwart, allengs worden details zichtbaar. Pas als het beeld ontwikkeld, gefixeerd en uitgespoeld is, valt in daglicht het hele verhaal te zien. Ik ben vermoedelijk wel een gemiddelde lezer, een die benieuwd is naar de afloop van het zwijgen. Wanneer zal het doorbroken worden, wordt het dat wel, hoe gaat Massimo ermee om? Die vragen krijgen een antwoord, maar het is uiteindelijk niet een van de voor de hand liggende mogelijkheden.
Archief | juli, 2017