Tag Archives: Anne Tyler

Anne Tyler, Thuiskomen

2 jun

Anne Tyler - Thuiskomen -191x286Volgens De Volkskrant is deze roman een van de beste die Anne Tyler tot nu toe (2006) schreef. Het scheelt natuurlijk over wie je dit zegt, maar in het geval van een Pulitzer Prize-winnares betekent het inderdaad wel wat.
Terwijl ik las vroeg ik me af hoe het komt dat sommige schrijvers een geschiedenis tot leven kunnen wekken met verschillende families, heel wat personages, verwikkelingen, onderlinge verhoudingen, een inkijkje in twee culturen en dat alles zonder dat je als lezer de weg kwijtraakt. De vraag kwam bij me op omdat ik regelmatig verhalen in wording zie waarbij ik me afvraag wat de lijn in het verhaal is, waar het heen wil, wie wie nu ook alweer was… Vaak ontbreekt het de schrijver in die gevallen aan focus; er is niet scherpgesteld op het onderwerp dat daardoor – om nog even bij beelden uit de fotografie te blijven – niet in het brandpunt staat.
Waarom gaat het in deze roman wel goed? Een belangrijk antwoord is dat er een duidelijke lijn in het verhaal zit. Het betekent niet dat Anne Tyler kale verhalen aflevert, verre van dat: haar romans en ook deze zijn rijk aan beelden en personages. Als lezer beweeg je mee met de ontwikkelingen die, gegeven deze personages, een logische stroom vormen van oorzaak en gevolg. Niet dat het een compleet chronologisch verteld verhaal is. Er komen verschillende flashbacks voor die inzicht geven in het verleden van de personages en waardoor ze aan diepte winnen.

De oorspronkelijke titel luidt: Digging to America, wat waarschijnlijk heel lastig te vertalen viel, maar wel aangeeft waar het over gaat: immigranten, buitenstaanders die trachten een plaats in de Amerikaanse samenleving te vinden. In de eerste scène staan twee families te wachten op twee piepjonge nieuwe immigranten, twee Koreaanse baby’s. De ene familie is een uitgebreide, enthousiaste en lawaaierige Amerikaanse familie. Ze hebben buttons gemaakt met hun status: Oma, papa, nichtje etc., er zijn zilverkleurige ballonnen met “Het is een meisje!” en er is een overvloed aan flitsers, fototoestellen en videocamera’s. Een keurige Aziatische mevrouw komt met een baby uit het vliegtuig. Jin-Ho voor de familie Donaldson. Even later arriveert een tweede mevrouw met een baby voor de familie Yazdan. Vader Sami, zijn vrouw Ziba en grootmoeder (zijn moeder) Maryam. Ze zijn door het grote gezelschap op de achtergrond geraakt. Ook zij krijgen een meisje, Sooki, een naam die ze al snel omdopen tot Susan. Vlak voor iedereen vertrekt stelt de Amerikaanse vader Brad zich voor en omdat het hem en zijn vrouw Bitsy leuk lijkt contact te blijven houden, zoekt hij de Yazdans in het telefoonboek terug. Er is er maar één. Van dit moment af krijgt de lezer wisselend inkijkjes in de ene en in de andere familie. Het perspectief wisselt. De initiatieven om bij elkaar te komen, komen meest van de Amerikanen: een bladerveegdag in de herfst (een begrip dat ik niet kende maar overkomt als iets wat Amerikanen doen: met familie en vrienden alle gevallen bladeren wegruimen en vervolgens snacks en drank), en jaarlijks als een hoogtepunt: Aankomstdag. Het beeld dat Tyler weet op te roepen van die gebeurtenissen, maakt dat je hele scènes mee beleeft, en het zijn hele scènes, met veel personages en kleurrijke details. Allengs begin je sommige familieleden beter te kennen, andere zijn alleen maar geschetst, vluchtige figuren zoals je ze op een feestje tegenkomt en weer vergeet. Hoofdrolspelers zijn Brad en Bitsy, Sami en Ziba en de twee meisjes die door de vriendschap van hun ouders veel dingen samen doen. De groep breidt zich langzaam uit: Conny en Dave, de ouders van Bitsy en Sami’s moeder Maryam, om een paar belangrijke personages te noemen. Vooral Maryam leren we steeds beter kennen en na de dood van Conny zijn er familieleden die fantasieën hebben over een samengaan van moeder Maryam en Dave. Zonder op de details in te gaan: er volgen ontwikkelingen die de vriendschap tussen de twee families sterk op de proef stellen. En uiteindelijk zit er in het laatste hoofdstuk een wending die je niet helemaal verwacht en nog weer even anders uitpakt dan je al lezend begint te geloven.
Er is het verhaal, daarnaast gaat het erom hoe de goed aangepaste en vloeiend Engels sprekende Iraniërs hun positie ervaren. Als contrast zijn er familieleden die vooral Farsi spreken en angstvallig vasthouden aan de tradities. Bijna allemaal zijn ze gevlucht uit het Iran van de Sjah maar niemand zou terug willen naar het land van de ayatollahs. De Amerikanen, de witte, gesettelde, hebben geen twijfels; zoals zij de wereld zien en ervaren, zo zit de wereld in elkaar. Zij voelen zich de norm.
Dit alles te vertellen in zinnen die je met plezier leest, een inhoud die blijft boeien, je af en toe doet lachen, je soms ontroert – dat getuigt van een groot schrijverschap.

Advertentie

Anne Tyler, Ademlessen

18 mei

Dit is de roman waarvoor Anne Tyler in 1989 de Pulitzerprijs kreeg. Na een flinke zoektocht in huis vond ik zowel de Engelse als de Nederlandse versie. Zo langzamerhand begint mijn boekenverzameling niet alleen de omvang van een bibliotheek te krijgen, maar ook andere eigenschappen, zoals de mogelijkheid onverwachte vondsten te doen.

De roman is een mooi voorbeeld van de stelling dat je qua tijd en ruimte niet heel veel nodig hebt om een veelomvattende roman te schrijven. Het verhaal speelt zich af op één lange, warme zomerdag waarop Maggie en haar echtgenoot Ira van Baltimore naar een plaats op zo’n negentig mijl noordelijker gaan. Maggie zou je op heel wat vlakken een rampenplan kunnen noemen, maar wel een zacht en lief rampenplan. Als ze ’s morgens de auto ophaalt van de garage, hoort ze op de autoradio dat Fiona gaat trouwen. Ze denkt dat het haar schoondochter is, de ex van haar zoon en raakt er zo door van haar stuk dat ze veel te snel de weg op schiet en een lichte aanrijding veroorzaakt. Fiona en kleindochter Leroy wonen ergens op de route, dat wil zeggen, met een kleine omweg kunnen ze er wel langs gaan. Tot zover de tijd en de geografie. Die elementen blijven overzichtelijk.

Doel van de tocht is de begrafenis van de echtgenoot van een oude schoolvriendin. Er zijn meer klasgenoten uitgenodigd, wat een logisch aanknopingspunt geeft voor flashbacks naar die tijd. Verschillende flashbacks, het was ook de tijd dat Maggie Ira leerde kennen. Dat, en hoe het verder ging en gaat in de 28 jaar van hun huwelijk, kom je in de loop van die dag te weten.
Hoe beiden zich gedragen wordt ook duidelijk uit een voorval onderweg. Ze rijden een tijdje achter een langzaam rijdende en licht slingerende auto. Ira, de rustige, wacht geduldig af. Maggie windt zich meer en meer op. Als ze er uiteindelijk voorbijgaan, draait zij het raampje open, gebaart en roept de man, een oude kleurling, toe dat zijn wiel los zit. Haar idee van wraak. Achterom kijkend ziet ze dat de man is gestopt en naast zijn auto staat. Waarop ze na nog een tijdje Ira dwingt om terug te gaan om de man weer gerust te stellen. Wat tot een hoop oponthoud en een prachtige episode leidt.

Waar Maggie een impulsieve, eerst doen, dan denken, vrouw is, is Ira rustig op het flegmatieke af. Hoe die twee botsen en elkaar weer aantrekken is een doorlopende lijn in het verhaal. Maggie heeft nog een vermeldenswaardige karaktertrek. Zij wil de omstandigheden een beetje sturen, zodat de wereld, althans haar omgeving, wordt zoals die in haar ogen zou moeten zijn. Dat is heel goed bedoeld, maar loopt niet altijd goed af.

De roman bestaat uit drie delen, waarbij alleen het korte deel twee, vanuit Ira is geschreven. Verder ligt het perspectief steeds bij Maggie. De kracht van het boek is dat je tijdens de autotocht, de begrafenis en het bezoek aan Fiona, een compleet beeld krijgt van de verhoudingen tussen de personages en dat je vooral Maggie en Ira leert kennen alsof ze familieleden van je zijn. Opnieuw is wat boeit, het feit dat Anne Tyler dicht op de huid zit van de personages.
Wat willen ze? Wie mij kent, weet dat dat een van mijn vaste vragen is. Antwoord: niets wereldschokkends. Maggie, ik zei het al, wil situaties verbeteren, naar haar hand zetten. Ira wil vooral rust en met rust gelaten worden. Met zulke simpele uitgangspunten kun je dus een roman schrijven en de belangrijkste Amerikaanse prijs voor literatuur winnen.

Anne Tyler – II

25 apr

Hoe ga je om met perspectief, met personages, de tijd… ? Over al die aspecten van korte of langere verhalen kun je schrijven en dat heb ik ook gedaan. Je kunt ook aan de hand van je favoriete boeken nagaan wat de verschillende auteurs deden. En andersom: waar ligt het aan dat je een boek weg legt? Als je daar achter bent, weet je wat je niet moet doen, wat ook heel belangrijk is.

Het werk van Ann Tyler levert goeie voorbeelden op. Bijvoorbeeld hoe Macon uit De toevallige toerist het huis opnieuw inricht nadat zijn vrouw is weggegaan. Hij ontwikkelt systemen om het huishouden veel handiger te doen dan zijn vrouw dat deed. Alle vuile vaat in water met een beetje bleek zetten om dan eens in de week af te wassen, in plaats van de vaatwasser met kleine wasjes te belasten. De overbodige vaatwasser richt hij in als kastje voor borden en bestek. Om een overzicht van prijzen te hebben houdt hij een boekje met een alfabetisch register bij. Zo krijg je uit zijn handelen een beeld van de persoon. Alleen al voor die stukken is het waard dit boek te lezen.

In Toen we volwassen waren blijft Tyler bij één perspectief. Dat van Rebecca. “Ze was toen drieënvijftig, en grootmoeder. Breed, zacht, met kuiltjes in haar wangen, en droog blond haar dat vanuit een middenscheiding bijna horizontaal uitwaaierde in twee korte vleugels. Lachrimpeltjes bij haar ooghoeken.” Dit is de stem van de verteller die de gebeurtenissen laat zien vanuit het hoofd van Rebecca. Dat wil zeggen dat we van Rebecca weten hoe ze dingen ervaart, wat ze denkt en overweegt. Net zoals de verteller Rebecca introduceert, laat hij of zij zien wie de anderen zijn. Dat zijn nogal wat personages. Rebecca is weduwe van Joe die al drie dochters had toen zij 33 jaar geleden trouwden. Dat zijn nu eind dertigers of veertigers, met aanhang en kinderen. Zelf heeft ze een dochter gekregen, die nu rond de dertig zal zijn. Er komt een jongere broer van Joe voor, een oudoom die zo’n negen maanden lang aan weinig anders kan denken dan zijn komende honderdste verjaardag, de moeder van Rebecca, en het vriendje dat ze had toen ze tegen de twintig was.

Van de hoofdpersoon is direct duidelijk wat haar conflict is. Ze is het middelpunt van deze hele, wat chaotische familie en runt het familiebedrijf en ze realiseert zich dat ze heel iemand anders is geworden dan het meisje van negentien dat verkering had met Will en nog studeerde. Ze krijgt de indruk dat ze iemand anders is geworden dan ze innerlijk eigenlijk is. Ze wil terug naar haar ware ik. Dit is een basisgegeven voor een conflict: het verschil tussen wie of wat je bent en zou willen zijn. Rebecca’s conflict en dat op haar leeftijd kan je ook een midlife crisis noemen.
De andere personages hebben uiteraard hun eigenschappen en hebbelijkheden, maar ze zijn er in hoofdzaak om de wereld te laten zien waarin Rebecca leeft. Het is niet zo dat we van elk van hen weten wat hun conflict is, waar hun bestaan afwijkt van wat ze zouden willen. Toch beschrijft en vertoont Tyler ze zo levendig dat je ze goed leert kennen. Met vertonen bedoel ik dat je als lezer getuige bent van allerlei scènes waarin je de personages hoort praten en ziet handelen.
Het verhaal begint op de dag dat Rebecca zich bewust wordt van het feit (of haar gedachte, dat mag je als lezer interpreteren) dat ze iemand anders is geworden dan ze werkelijk is. Dat is tijdens een picknick met de familie op een frisse, zonnige dag, begin juni 1999. Van daaruit gaat het verhaal verder, met een paar flinke flashbacks, waaruit je zicht krijgt op haar leven toen ze studeerde en verkering had met Will, hoe ze binnenkwam in de familie van De Davitchen en hoe ze daarin werd opgenomen. Tyler gaat niet voor een spectaculaire afloop, maar weet haar verhaal tot het eind toe spannend te houden.

Zo kan het dus. Het is niet het enige recept dat Anne Tyler in huis heeft. In De toevallige toerist gebeurt heel wat meer; de ruimte waarin het verhaal zich afspeelt is een heel stuk groter – een deel van het verhaal speelt zich niet in Noord-Amerika, maar in Parijs af. Ik dacht mij te herinneren dat het perspectief wisselt, al blijft Macon, in de hij-vorm, de persoon om wie het in deze roman gaat. Na een middag zoeken heb ik De toerist weer gevonden, het is toch een enkelvoudig perspectief: Macon.

Anne Tyler – Toen we volwassen waren

24 apr

Het eerste boek dat ik van Anne Tyler las was Dinner at the Homesick Restaurant, of de Nederlandse versie, Het heimweerestaurant. Ik was direct gegrepen door haar manier van vertellen die je erg sterk betrekt bAnneTyler_Toenwevolwassij de personages. Later las ik De toevallige toerist waarvan ik weer later de film zag. Zoals altijd was het even wennen om de personages die ik uit het boek kende nu op het doek te zien, in de lichamen van acteurs. Humor en een lichte vorm van droefheid gaan hier samen. Zowel qua plot als tekening van de personages, kun je dit boek als een voorbeeld gebruiken als je zelf schrijft. Niet dat je wie dan ook klakkeloos moet navolgen, maar goed kijken naar wat Tyler doet, kan je alleen maar ten goede komen.

En dan nu Toen we volwassen waren. Een merkwaardige titel en de oorspronkelijke titel, Back when we were grownups, legt nog meer de nadruk op het voorbije: vroeger, toen we…

Degene die terugkijkt is Rebecca, 53 jaar, getrouwd geweest met Joe Davitch die drie kinderen en een weggelopen vrouw had toen ze hem leerde kennen. Bij deze drie jonge meisjes komt een vierde van Beck (zoals de Davitchen haar noemen). Minerva heet ze officieel, maar bij het zien van haar tot streepjes geknepen babyoogjes, noemde Joe haar Min Foo, en zo is het gebleven. Na zes jaar huwelijk sterft Joe. Een oudoom trekt, na de dood van zijn vrouw, in op de bovenste etage van het oude herenhuis. Dit huis, waaraan continu iets mankeert, werd door de familie gebruikt als chique setting voor jubilea, bruiloften en andere evenementen. Buiten hangt een bord: The Open Arms. Jammer genoeg vertaald tot De open armen, waarmee de dubbele betekenis van Arms verloren ging, en een stukje couleur locale.

Dit is de setting. De Davitchen runnen weliswaar een rustig party center, maar erg handig zijn ze hier niet in, en al heel gauw komt de organisatie en het gastvrouwschap bij Rebecca te liggen. Dat gaat ook prima. Tot op een dag bij Rebecca de gedachte opkomt, dit ben ik eigenlijk helemaal niet. Eigenlijk was ik een eerder verlegen, wat in mijzelf gekeerd meisje. Ik was net met een studie begonnen, ik ging om met Will, waar ik zeker mee zou zijn getrouwd, toen ik vrij impulsief voor Joe koos. En kijk wie ik nu ben, hoe ik mij gedraag… dit ben ik niet. Ze begint zich af te vragen hoe haar leven zou zijn verlopen als ze inderdaad met Will was getrouwd. Gaandeweg is ze in haar gedachten vaker in haar echte, ware leven. Een interessante gedachte en een die je kan afzetten tegen de filosoof die zei dat er niet iets bestaat als een ander, je ware, leven. Het leven dat je nu leeft is je enige en dus ook je ware leven. Dat neemt niet weg dat gedachte, waar sta ik eigenlijk? heel voorstelbaar is. Zeker als je ruim dertig jaar meedraaide in de molen van een nogal chaotische familie, moeder en stiefmoeder bent van vier intussen volwassen meiden, een 99-jarige man in huis hebt, een party centrum runt en op het punt staat opnieuw oma te worden.

Je kunt vanaf hier verschillende verhaallijnen bedenken. Gaat Rebecca op zoek naar Will, vindt ze hem, wordt het dan na zoveel jaren iets, of laat ze die kant zitten, herinnert ze zich de redenen waarom ze brak met haar veilig uitgestippelde leven?
Dat ga ik hier niet vertellen. Wel dat we in de loop van een goede driehonderd bladzijden alle personages leren kennen en wel zo dat ze – lang nadat je het boek uit hebt – nog steeds als levende mensen in je hoofd zitten. Dit is typisch de kracht van Tyler. Ze bereikt dit door haar oog voor detail, gevoel voor wat mensen drijft en een groot empathisch vermogen voor haar romanfiguren. Ogenschijnlijk gebeurt er weinig, er breken geen branden uit, er zinken geen Titanics, het gaat niet om het vuurwerk. Dat je haar roman toch als een pageturner uitleest, is daarom des te meer een teken van groot schrijversschap. Ik kan dit veilig zeggen, want ik weet dat zij in 1989 de prestigieuze Pulitzer Prize won met haar roman Breathing Lessons.

Anne Tyler, Toen we volwassen waren, Cargo (De bezige bij), 2001.