Veel ziet de twintigjarige hoofdpersoon Mario niet van Rome. Het is zijn geboortestad, maar op zijn zevende is hij samen met zijn moeder naar Parijs vertrokken. Zijn vader bleef achter, zijn moeder overleed na een aantal jaren. De tocht naar Rome heeft hij ondernomen op dringend verzoek van zijn vader die ervan droomt opnieuw een gezin te gaan vormen. Mario die nog niet weet waar hij staat, zich de dichter voelt wiens gedichten al zijn geschreven door Apollinaire, Mario die steeds beschikbaar is, onderneemt de reis. In het vliegtuig ontmoet hij de weduwe Jeanne die zijn moeder had kunnen zijn en haar dochter Alda van dertien (‘bijna veertien!’) die in hem zowel vader als mogelijke geliefde ziet. Zij spreken af elkaar in Rome weer te zien.
De roman behelst een verhaal vol spiegels en spiegelingen. Ongewild is de jonge Mario er getuige van geweest dat zijn moeder de liefde bedreef met een van haar minnaars. Het heeft een trauma achtergelaten waarvan hij zich door een gespiegelde daad denkt te bevrijden. De moeder heeft zo’n sterke invloed dat hij in verschillende vrouwen de oogopslag van zijn moeder ziet. In de driehoek Mario, Alda, Jeanne, spelen liefde, overspel en licht incestueuze gevoelens een rol. Hetzelfde gebeurt in de relatie tussen de vader, zijn vriendin Esmeralda en Mario, zij het weer op een andere manier. Zowel Jeanne als de vader hebben een overspelige partner verloren. Beiden, ze kennen elkaar niet, hebben op een eigen en niet met elkaar te vergelijken manier, een weg gevonden om met de feiten om te gaan.
Een weerspiegeling zie ik in de vader die met Esmeralda wil trouwen, Mario weer in huis wil hebben om zo opnieuw een gezin te stichten, én in Alda die wil dat haar moeder met Mario trouwt zodat ze gedrieën een gezin vormen en zij weer een vader heeft.
De ware, onbaatzuchtige liefde komt er bekaaid vanaf. In deze psychologische roman zijn de sleutelbegrippen eerder overspel, erotiek, jaloezie en freudiaanse relaties tussen moeder en zoon. Moravia vertelt het verhaal vanuit Mario, de ik-figuur door wiens zintuigen de lezer het verhaal beleeft. Wat hij wil is hemzelf lange tijd onduidelijk, vandaar ook zijn, zoals hij het noemt, eeuwige ‘beschikbaarheid’. Toch ziet hij op beslissende momenten waar de grenzen liggen, al moet ik erbij zeggen dat de rol van de andere personages hem duidelijk helpen om, sorry voor het cliché, ‘het licht te zien’.
Alberto Moravia (1907-1990) is een pseudoniem van Alberto Pincherle, Moravia was de naam van zijn grootmoeder aan vaders kant. De reis naar Rome (1988) is een late roman in een indrukwekkende reeks die in 1929 begint met Gli indifferenti, De onverschilligen.