Tag Archives: Hans Münstermann

Hans Münstermann, Hou me vast

4 feb

Hans Munstermann - Hou me vast 197x292Een paar dagen geleden las ik de laatste regels van dit boek. Daarna liet ik zoals altijd mijn indrukken nog even bezinken. Van Münstermann blijft De bekoring mijn favoriete roman. In vergelijking stelde zijn laatste boek mij enigszins teleur.

Ik aarzel om bij de vorm te beginnen, is het niet een beetje flauw, vraag ik me af. Toch draagt de vorm in belangrijke mate bij aan het verhaal. Het gaat erom wat de verteller vertelt, maar het gaat er ook om hóe een verhaal wordt verteld. Hier is het verhaal opgedeeld in hoofdstukjes van één, anderhalve of twee bladzijden. Ik vind het een springerige opzet al weet ik dat sommige mensen dit juist snelheid aan het verhaal vinden geven. Zo werkte het niet bij mij, eerder leek het of de schrijver zich wilde onderscheiden, een aparte vorm koos vanwege de vorm. Het enige voordeel was dat als zo’n pagina minder interessant was, je snel de tekst kon scannen om naar het volgende hoofdstuk te gaan. Nu ik toch bij de buitenkant van het verhaal ben, ik vond de omslagfoto schitterend, alleen had ik absoluut niet het idee dat de hoofdpersoon model had gestaan voor de vrouw die poseerde. Een foto van de hoofdpersoon is wat mij betreft geen aanwinst. Het interessante van lezen is nu juist dat iedereen zich een beeld kan vormen van de personages, net zoals van de kamers en landschappen waarin zij verkeren. Door foto’s toe te voegen dring je een heel precieze beschrijving op aan de lezer.

Nu dan eindelijk naar de inhoud. Het verhaal speelt zich af in het heden en in een verleden van een goede twintig jaar terug. De ruimte van het heden is een klas aan de Maastrichtse toneelschool, de stad Maastricht en voor een deel het plaatsje Ittersum. Het verleden komt in korte flashbacks aan bod en speelt zich af in Amsterdam en jaren later in Griekenland. Hoofdpersonages zijn de 22-jarige Zelda, studente regie, Matussek, midden tot eind veertiger, docent, enkele klasgenoten, en in het verleden een oude geliefde van de docent. Stel dat het heden circa 2010 is, dan is Zelda van 1988. In 1999 gaat Matussek op vakantie naar een van de Griekse eilanden, waar hij ooit was met zijn ex-geliefde en daar hoort hij dat zij is verdronken tijdens een boottocht. Hij hoort daar nog meer, informatie die het zacht gezegd vreemd maakt dat hij zich gedraagt zoals hij zich gedraagt.
Er is meer vreemd. De manier waarop hij lesgeeft is op het bizarre af. Kennelijk wordt het daar getolereerd. Nou ja, het gaat daar in Maastricht misschien wel zo aan toe, Münstermann heeft er zelf lesgegeven. Zijn provocerende manier van optreden maakt dat de studenten zich sterk afvragen wie ze nu eigenlijk voor zich hebben en zo wordt het ontraadselen van Matussek voor de studenten een onderwerp op zich. Ze ondervragen hem een stuk indringender dan ik ooit meemaakte in leerling-docent verhoudingen. In een van die momenten laat hij zich ontvallen dat hij thuis nog een meer dan twintig jaar oude ongeopende brief heeft van zijn ex. Het werkt als een sappig bot binnen een roedel wolven. Vooral Zelda verdiept zich in Matussek. Het zit haar, dochter van een alleenstaande moeder die overleden is, niet mee. Ze heeft korte tijd iets gehad met Omar uit haar klas; dat is over, maar ze ziet hem uiteraard nog steeds, ze voelt zich gedumpt en door zijn aanwezigheid is het onmogelijk hem te vergeten.

Er zijn gedeelten die ik zeer de moeite waard vond, waardoor ik toch geen spijt heb dit boek gelezen te hebben. In het allereerste hoofdstukje wordt gezegd dat dit – de dag van de diploma-uitreiking – de laatste dag van Zelda’s leven is. De lezer krijgt wel een idee wie daar moreel gezien schuldig aan is, maar aan het eind van de roman wordt helemaal niet duidelijk waarom dat onvermijdelijk zou moeten zijn. Daarvoor is het personage Zelda onvoldoende uitgewerkt en zoals gezegd, zeker zo’n eind moet niet uit de lucht komen vallen. Het is niet genoeg dat het eind helemaal aan het begin is aangekondigd. Alles is mogelijk in de roman zolang je als lezer maar kan geloven dat dit personage, onder deze omstandigheden doet wat ze doet. Dat geloof heeft de schrijver op mij niet kunnen overdragen. Helaas.

Advertentie

Vertrek en leegte in De bekoring, Hans Münstermann

2 apr

Het is alweer een tijdje terug dat ik iets schreef over de roman waarmee Hans Münstermann in 2006 de AKO-literatuurprijs won. Ik googelde hem nog eens en het eerste wat me trof is dat wij, in verschillende jaren, op dezelfde dag zijn geboren: 16 juni. Hij als echte babyboomer, twee jaar na de bevrijding.
De hoofdpersoon in Münstermanns verhalen, Andreas Klein, heeft heel wat weg van de schrijver zelf. Hij is daar wel content mee. Het maakt dat je als schrijver automatisch de goede toon aanslaat, je hoeft minder te verzinnen en te liegen. Niet iedereen zal het met deze uitspraken eens zijn; er zijn al heel wat discussies gevoerd over het waarheidsgehalte van min of meer autobiografische verhalen, zelfs als de schrijver met de beste bedoelingen begint. Bij Münstermann staat, voor zover ik het weet, alleen vast dat hij en zijn hoofdpersoon op elkaar lijken.
In de bekoring gaat het over het vertrek van Andreas’ moeder. Zij sterft. Weliswaar op leeftijd, maar toch nog vrij plotseling. Dit vertrek, dit verlies, heeft een pendant in het verleden. Toen Andreas een kleine jongen was, is diezelfde moeder precies op zijn verjaardag vertrokken. Met de noorderzon, zou je kunnen zeggen.
Tweemaal een vertrek, een verdwijning. Het zou bijna vreemd zijn als de schrijver die twee gebeurtenissen niet tegenover elkaar stelt. Inderdaad wisselt Münstermann voortdurend tussen het verlies van nu en de onbegrijpelijke leegte van toen. Er zijn de twee tijdlagen: nu is 2004 en toen is 1960. Door op de achtergrond het nieuws van de dag weer te geven kun je de tijd nauwkeurig vaststellen. Of die precisie en de nieuwsfeiten van die momenten werkelijk veel toevoegen is de vraag. In 2004 speelde de afschuwelijke gijzeling en slachtpartij in de school van Beslan en in 1960 werd Lumumba in Congo bij een staatsgreep afgezet. Het is wereldnieuws dat de lezer eerder uit het verhaal trekt of die hem of haar snel over die passages heen doet lezen.
Er zijn twee of drie perspectieven. Ten eerste dat van Andreas die een jaar of twaalf was toen zijn moeder een koffertje pakte en verdween. Hij is in 2004 44 jaar ouder, maar die gebeurtenis, de verdwijning van zijn moeder, is hem altijd bijgebleven. Het tweede perspectief is dat van de moeder, Marianne. Het kan ook zijn dat dit in feite een reconstructie is in het hoofd van Andreas. Dit kan, maar ik hou het toch maar op het perspectief van de moeder, waaruit de lezer een beeld krijgt van een verstikkend huwelijk en de tijd voordat de vrijheden van de jaren zestig doorbraken.
Het derde perspectief is dat van de architect die de stadswijk waarin de familie woonde, heeft gebouwd. Andreas is bezig een boek over hem te schrijven, is daarin een beetje vastgelopen en besluit hem een andere rol te geven. De architect is trouwens een bestaande figuur, J.C. van Epen die in december 1960 overleed. Münstermann laat hem, ziek en wel uit bed komen om Marianne op haar vlucht te volgen. Hij kan er niet bij dat iemand uit de huizen die hij vol idealisme bouwde, zou vluchten.
Het verhaal gaat in de hij/zij-vorm en in de tegenwoordige tijd. Af en toe lijkt de auteur een explicateur. Een voorbeeld daarvan in de eerste regels:
Hij is thuisgekomen van de bakker, samen met zijn zoon, en ze zijn naar binnen gestapt door de openstaande voordeur, want het is lekker weer.
‘Ik moet je iets ergs vertellen.’
Zie hoe zijn vrouw daar staat en dit zegt: midden in de kamer, handen op de rug.
Als schrijver zou je, en de meeste schrijvers doen dat, gewoon beschrijven hoe de vrouw er staat. Dit heeft dus meer iets van een explicateur, volgens Van Dale: persoon die toelichtingen gaf (m.n. bij een stomme film).
Inhoudelijk gaat het over een moeder zoon relatie en over een vrouw die het vijftiger jarenmilieu ontvlucht, om uiteindelijk ook elders niet gelukkig te worden. En uiteraard gaat het over verlies, waarbij het verlies door verlating en door het definitieve vertrek uit het leven, tegenover elkaar worden gesteld.