De flaptekst over deze roman uit 2005, maakte mij behoorlijk enthousiast. Ook de beroemde foto van Van der Elsken op de stofomslag is uitnodigend.
In een cursief stukje vóór het eerste hoofdstuk, vraagt de verteller zich af of hij hier of daar zal beginnen. Hij somt een stuk of vijf situaties op waarmee hij zou kunnen beginnen en geeft daarmee al evenveel gebeurtenissen weg. Hij licht een tipjes van de sluiers, zegt de verteller. Je kunt je afvragen of je als lezer al vijf belangrijke elementen wil kennen uit een verhaal dat nog moet beginnen.
In het eerste hoofdstuk kiest de verteller voor een kennismaking met Lucy die op de drempel van haar 85e verjaardag staat. Ze bewoont een groot, door blauwe regen overwoekerd huis dat langzaam aan het vervallen is. Vanuit dat huis heeft ze uitzicht op het Wilhelminapark waar ze door een verrekijker kan zien hoe een jong meisje zich onder haar korte rokje laat verkennen. Ze is intussen wel wat gewend, de oude dame, ze ziet van tijd tot tijd soft porno op de commerciële zenders.
Lucy is de eerste van een stoet personages. Haar echtgenoot is jaren geleden overleden, al gauw valt een hint dat ook haar dochter gestorven is. Voordat we echter horen hoe dat zit, maken we kennis met die dochter, Gloria en twee vriendinnen, stiefzussen, die aan de overkant van het park wonen met moeder Inga en Ernst. Het is de dochter Brenda en een joods meisje dat in het gezin is opgenomen, Zoe. Lucy heeft ook een zoon, Olaf, die in de tijd van de eerste maanlanding studeert, vaak thuis is en die een klein autootje heeft. Op de dag na de landing neemt Gloria Olafs autootje, haalt haar vriendinnen op, waarna het drietal kortgerokt naar Parijs gaat. Gloria initiatiefneemster, Brenda meeloopster en Zoe contre coeur.
Eenmaal in Parijs lopen ze als een stoer zesbenig wezen over de boulevards, zoals op de foto van Ed van der Elsken. Ze worden meer dan zat en belanden op de kamer van een of meer Franse mannen, het aantal ontgaat ze op dat moment. De enige die nuchter blijft is Zoe. Zij is ook de enige die bij terugkomst in Nederland niet zwanger zal blijken. Het 24-uurs uitstapje naar Parijs is een van de stukken waar vaart in zit, iets wat je van de roman in zijn geheel niet kan zeggen.
Na een flinke tijdsprong maken we kennis met het nageslacht: Gloria heeft Ricky gebaard, Brenda een tweeling: Samantha en Solange. Ook hier een drietal met een wilde meid, Samantha, een bedachtzame, Solange en een er tussenin, Ricky die zich als kunstenares specialiseert in het schilderen van discobollen met al hun spiegeltjes. Bij deze drie duiken verschillende mannen op. We volgen ze op een gegeven moment naar Los Angelos. Samantha heeft een kind, Sam.
De gebeurtenissen worden min of meer door elkaar verteld en vanuit een voortdurend wisselend perspectief. Als je bij wilt houden hoe het verhaal in elkaar steekt en wie wie is, moet je wel aantekeningen maken. Het zou misschien de moeite waard zijn, als je door de gebeurtenissen en de karakters bijzonder getroffen zou zijn. Dat is niet zo. Allengs bekruipt je de gedachte, mij verging het althans zo, waarom moet ik dit lezen?
Er gebeurt nog wel wat: Tijdens een dansfeestje op het dak van een Amerikaanse flat, valt Samantha naar beneden, wat haar dood betekent. Bij alle voorzorgen die Amerikanen nemen om van claims gevrijwaard te blijven, is het niet erg geloofwaardig dat je na een lichte aanraking van een flat valt. Gloria krijgt tegen het eind van het verhaal kanker en overlijdt ook. Over de rol van de mannen heb ik het maar niet; het verhaal gaat toch al ten onder aan de vele personages.
Wat overblijft voor de lezer die zelf ook schrijft is dit: hou het in godsnaam simpel. Bedenk wat je wil zeggen en bedenk dan hoeveel personages je daar voor nodig hebt. Als het met één perspectief kan, doe dat dan. Als je twee, drie of voor mijn part vier perspectieven wilt gebruiken, goed, als dat nodig is, doe het dan. Hou wel in de gaten dat de lezer je kan blijven volgen en dat de personages interessant genoeg zijn om in ze geïnteresseerd te blijven. Blijf als je van perspectief wisselt, toch lang genoeg in het hoofd zitten van dat personage, om er een binding mee aan te kunnen gaan. Ik zeg niet dat de aanpak van Van den Boogaard niet kan, in de literatuur is alles geoorloofd. In dit geval zijn risico’s genomen en tot mijn spijt heeft het niet goed uitgepakt.