De titel komt niet uit de lucht vallen. Ik heb wat ik ga schrijven voor het grootste deel al in mijn hoofd, en ik weet dat het door allerlei associaties is ontstaan.
Het begon daarmee dat ik tijdens een cursusavond Raymond Queneau noemde. We hadden het over de verschillende manieren waarop je een zelfde gebeurtenis op schrift kon stellen. Queneau heeft dat ooit op 99 manieren gedaan in een klein boekje “Exercices de style”, later door Rudy Kousbroek vertaald als “Stijloefeningen”. Zoiets is een spel met taal en dat deed mij op die avond zeggen dat Queneau een roman schreef waarin de letter ‘e’ niet voorkwam.
Binnen een week kwam ik een boekje tegen van Philip Freriks, “Ik herinner me”. In de inleiding schrijft hij dat hij het idee heeft van Georges Perec die trouwens… maar voor ik verder las schoot het me weer te binnen: dát was de man die het e-loze boek schreef. Erg vreemd is het niet dat die twee schrijvers dicht bij elkaar in mijn hoofd waren opgeslagen; ze kenden elkaar en waren beiden lid van de losse schrijversclub die zich Oulipo noemde: werkplaats voor potentiële literatuur. Het idee van de deelnemers was dat je door beperkingen of door juist bijzondere eisen te stellen, je creativiteit extra uitdaagde. In dat kader verscheen Perecs boek “La disparition” – De verdwijning, met name van de ‘e’.
Later dacht ik aan het grote roze boek van Battus: Opperlandse taal- en letterkunde, een grote verzameling van allerlei woord- en taalspellen. Grote stukken uit de inhoud kan je op internet vinden.
De verbinding tussen Freriks en Perec is dat ze allebei een boek vol herinneringen schreven en dat ze beiden door iemand anders werden geïnspireerd. Perec door Joe Brainard en Freriks door de toneeluitvoering van Perecs boek. Er is wel een duidelijk verschil tussen “I remember” van Brainard en de Franse versie. De Amerikaan bleef heel dicht bij zichzelf, voor sommigen misschien op het gênante af. In de Franse en Nederlandse versies vind je vaak herinneringen die in het collectieve geheugen liggen opgeslagen. De vorm is overal eender: elke korte herinnering begint met “Ik herinner me…”.
Iedereen zou zo’n boekje kunnen maken. Freriks schreef bijvoorbeeld niet: Ik herinner me Tom Manders en het meisje op zijn schoot dat Poessie Mauw zong. Persoonlijker, maar herkenbaar – al naar gelang je leeftijd – is de herinnering dat ik regelmatig voor mijn vader een groen doosje Chief Whip sigaretten moest halen. Chief Whip, op ieders lip stond op de reclameborden.
Toen ik voor de zekerheid op internet keek of die pakjes inderdaad groen waren, kwam ik de slogan weer tegen: in een website die nota bene hetgeheugenvannederland heet. Dat sluit naadloos aan op het al genoemde collectieve geheugen. Het geheugen dat het prettig maakt om in je eigen land te zijn, waar iedereen zich (zelf of uit de verhalen) aap-noot-mies herinnert, of spraakmakende televisie. Daardoor word je ook nooit een echte Fransman, om maar een voorbeeld te noemen; de dingen die alle Fransen op school meemaakten, de komiek die iedereen aan het lachen bracht, die ken je niet en daardoor deel je niet in de gezamenlijke lichte nostalgie die alle Fransen verbindt.
Een boekje schrijven vol korte stukjes herinneringen is een associatief proces. De ene herinnering doet je denken aan een andere, waardoor je weer een derde beeld te binnen schiet. Mocht je onmiddellijk willen beginnen: het is niet de bedoeling die herinneringen uit te werken tot korte of langere verhalen. Althans niet voor dit boekje. Het kan best zijn dat je een aantal van die herinneringen wilt uitbreiden tot korte verhalen, of dat ze je op het spoor zetten van een langer verhaal. Dat wordt dan je volgende boek.
Om bij het “Ik herinner me” te blijven, je kunt het zelf schrijven in de eenzaamheid die het lot is van alle schrijvers, maar je kunt het ook samen doen met een broer, zus, partner, vriend of vriendin. De ene herinnering zal de andere uitlokken. Misschien is de uitkomst wel ondergeschikt aan het proces. Je vrij te laten drijven op de golven van wat je hersens associatief teweeg brengen is een heerlijk creatief spel en wat er extra uitkomt in de vorm van onverwachte ideeën is een welverdiende bonus.