In de loop van de tijd was me wel het een en ander ter ore gekomen over Proust. Genoeg om het lezen te beginnen met de nodige schroom. Dit is het serieuze werk. En dan is Een liefde van Swann nog een betrekkelijk lichter deel dat je los kan lezen, ook los uitgegeven wordt, uit het grote A la recherche du temps perdu, Op zoek naar de verloren tijd. Er over schrijven vraagt om durf, zo voelt het wel, of op zijn minst terughoudendheid. Er is al veel en diepgaand over dit boek geschreven
Swann lijkt in een aantal opzichten op Proust. Beiden heten Marcel, beiden zijn ingevoerd in de hogere kringen van het einde van de 19e eeuw. Dat levert een mooi beeld op van het leven in die tijd en van de vele Salons die in de betere standen werden georganiseerd. De roman of novelle is heel wat meer dan een liefdesverhaal in een historische omgeving. De schrijver onderzoekt hoe de gepassioneerde liefde werkt. en wel op de bijzondere manier waarop Swann het ervaart. Voorwerp van zijn liefde is Odette, niet helemaal zijn niveau en op weg om een courtisane te worden. Vandaag zou je zeggen een erg chique upper class slet. De fijngevoelige Swann die veel met kunst op heeft en het werkelijke leven en de kunst op een aparte manier mengt, ziet aanvankelijk niets in haar, tot hij in haar trekken ziet van Zippora zoals Botticelli haar schilderde in de Sixtijnse kapel. Swann blijft afstandelijk, wat hem voor haar juist aantrekkelijk maakt. Dát bezitten wat moeilijk te krijgen valt, is nu eenmaal extra aanlokkelijk. Wanneer dat verandert en Swann veroverd is, wordt hij degene die bang is zijn “bezit” te verliezen. Hij wordt obsessief jaloers. Zeker wanneer er in een volgende fase sprake is van een verwijdering; Odette maakt zich los. Het is de vraag in hoeverre zij er ooit alleen voor Swann was. De lezer en Swanns vrienden hebben zo hun twijfels, maar hijzelf maakt zich wijs dat Odette een deugdzame schat is, over wie verwerpelijke mensen roddels verspreiden.
Proust vertelt in de hij-vorm vanuit Swanns perspectief. De verteller is meest afwezig, maar mengt zich een enkele keer in het verhaal als een ik die nog dichter bij de schrijver staat, hem misschien wel is. We volgen de ontwikkeling van de liefde in alle kleine details, waarbij mij bijzonder opviel hoe de ene fase verglijdt in de volgende. De stijl van schrijven vraagt wel om een geconcentreerde lezer. Met een hoofd vol gedachten aan eigen problemen die nog moeten worden opgelost, zou je in de zinnen van Proust makkelijk kunnen verdwalen. Ik heb een zin van 225 woorden gekopieerd. De zin ervoor die ik als een inleiding meenam, heeft maar een schamele 74 woorden. Kijk maar wat je ervan vindt, of je qua schrijfstijl deze kant uit wil of juist niet.
En Swann’s liefde, deze ziekte, had zo snel om zich heen gegrepen, was zo nauw vervlochten geraakt met al zijn gewoonten, zijn handelingen, zijn gedachten, zijn gezondheid, zijn slaap, zijn leven, zelfs met datgene wat hij na zijn dood wenste, was zo met hem vergroeid, dat het niet meer uit te roeien was zonder hemzelf bijna totaal te vernietigen; om in de termen van de chirurgie te spreken: zijn liefde was niet meer operabel.
Door deze liefde was in Swann elke belangstelling voor wat dan ook gedoofd zodat, wanneer hij toevallig weer eens onder zijn vroegere vrienden kwam, waarbij hij zichzelf voorhield dat zijn relaties hem, als een bijzonder fraai kledingstuk dat zij overigens niet eens zo erg zou weten te waarderen, iets meer waarde in de ogen van Odette konden geven (hetgeen misschien mogelijk zou zijn geweest als ze niet juist ontluisterd werden door deze zelfde liefde die voor Odette alles waarmee ze in aanraking kwam van minder waarde maakte omdat het het belang van alles wat daarbuiten viel aan zichzelf ondergeschikt leek te stellen) hij, naast een gevoel van wanhoop zich te bevinden op een plek, te midden van mensen die zij niet kende, hetzelfde belangeloze genoegen beleefde als hem een roman of een schilderij zou hebben geschonken waar de verschillende vormen van vermaak van een klasse die haar tijd in ledigheid doorbrengt, in afgebeeld worden; zoals hij er thuis eenzelfde genoegen in schepte, zijn oog te laten gaan over de dagelijkse gang van zaken, de élégance van zijn garderobe, de livrei van zijn bedienden, de juiste belegging van zijn geld, als om in Saint Simon (een van zijn geliefde schrijvers) te lezen over de dagindeling en de samenstelling van de maaltijden van Mme de Maintenon, of over de weloverwogen gierigheid en de grote staat van Lulli.
(Lulli, componist aan het hof van Lodewijk XIV en vriend van Molière; Saint Simon was schrijver in dezelfde periode, waarschijnlijk las Swann in zijn memoires. Mme de Maintenon was de tweede vrouw van Lodewijk XIV.-KS)