Tag Archives: Remco Campert

Remco Campert, Een liefde in Parijs

24 jul

Remco Campert - Een liefde in Parijs__290Wat ik van Remco Campert las was lichtvoetig, vrolijk en soms hilarisch. In deze roman, die wat de omvang betreft ook wel een novelle had kunnen heten, schildert hij een portret van Richard Sanders. Als het doek opengaat staat de hoofdpersoon voor de ingang van een hotel op de Place du Panthéon. Hij is net aangekomen in Parijs. ‘Toen liep ze langs hem, een goed geklede, elegante vrouw, zoals je ze in Parijs meer zag dan in zijn woonstad Amsterdam.’ Als ze hem ziet houdt ze even de pas in en vraagt ‘Rik?’ Ze kent hem bij de verkorting van zijn naam die hij heel vroeger gebruikte. Ze kent hem dus kennelijk, maar Richard kan haar niet plaatsen.

Richard is een gevestigd schrijver die naar Parijs gekomen is voor de presentatie van zijn laatste boek, die plaats zal vinden in de galerie waar een expositie geopend zal worden van schilderijen van een oude en inmiddels beroemde vriend van hem, Tovèr. In de periode voor de presentatie ontmoet Richard zijn uitgever, broedt over de ontmoeting met de vrouw die zich voorstelde als Sacha Lefort, vroeger Sacha van Munster.
Afwisselend speelt het verhaal zich af in het nu, dat misschien niet zo ver verwijderd is van de tijd waarin de roman is geschreven: 2004, en in verschillende eerdere momenten van Richards leven. Belangrijk is zijn eerste periode in Parijs, samen met zijn vriend Tovèr bewonen ze een klein hok, ergens hoog achter. Hij schrijft gedichten, Tovèr tekent. Twee jonge kunstenaars, even twintig en arm, zoals het hoort. Tovèr heeft wat meer zakelijk inzicht, hij weet tekeningen met gedichten te verkopen aan een tijdschrift, en krijgt langzaam voet aan de grond in het Parijse. Richard voelt dat hij achterblijft en gaat terug naar Amsterdam. Hij vermoedt dat hij Sacha misschien ooit ontmoet heeft in Antwerpen, daar had hij een tijdje gewoond, maar veel valt daarvan niet te achterhalen; hij was vrijwel continu in de lorum.

Andere flashbacks gaan terug naar zijn jeugd, de verhouding met zijn vader, een bekend toneelspeler die na omwentelingen in de toneelwereld die mij aan de actie tomaat deden denken, op een zijspoor belandt.

Al lezend kwamen gedachten over Remco Campert in mij op. De schrijver is zeker een tijd in Parijs geweest, niet zijn vader, maar zijn moeder was een bekend actrice. Het deed me zeker niet concluderen dat de roman autobiografisch zou zijn, maar bepaalde elementen zouden wel uit eigen ervaring kunnen zijn geschreven. Maar ja, er zijn ook mensen die hebben gesteld dat wat je ook schrijft, er altijd autobiografische delen in de tekst sluipen.

Terwijl je als lezer door de verschillende flashbacks een duidelijker beeld krijgt van Richard Sanders, komt het moment van de opening van de expositie en van de boekpresentatie dichterbij. Dan, in de galerie waar het allemaal zal gebeuren, ziet hij Sacha weer. Het luidt het begin in van een verrassende ontknoping.
Dit is min of meer het geraamte van de roman. Vanzelfsprekend zijn er meer personages die een rol spelen, in het Parijs van nu en in de flashbacks. In wezen blijft het een overzichtelijk verhaal, zoals gezegd een portret van een kunstenaar, tegelijkertijd is er het raadsel van de vrouw en de vraag die de hoofdpersoon wil oplossen: wie is zij, wat had ik met haar?
Ik vond het een lichtvoetig en gevoelig geschreven roman die me qua stijl deed denken aan Slot Gripsholm van Kurt Tucholsky. Er bestaat wel een goede kans dat, als ik Tucholsky zou zoeken, vinden en herlezen, ik zou terugkomen van wat ik net schreef. Je weet soms niet wat er gebeurt als je een boek dat je jaren geleden met plezier las, opnieuw gaat lezen. Je bent tenslotte niet meer de lezer van toen.

Advertentie

Remko Kampurt, Tjeempie, of Liesje in Luiletterland

28 dec

Het heeft wel wat om je af en toe bij het lezen te laten leiden door wat er te vinden is in de grote bibliotheek die de Rotterdamse markt heet.

Met Tjeempie stap je gedurende een aantal uren terug in de zestiger jaren. Het was de tijd van de luf sien, en steeds herhaalde uitdrukkingen als “weet je wel” en “koele vogel”. Het boek is een duidelijke persiflage die je snel uitleest. Liesje krijgt van de niet zo koosjere leraar Van Dale de opdracht om in de paasvakantie moderne schrijvers te interviewen. Haar moeder, lid van een clubje voor Zedelijke Pantsering, is er fel op tegen, wat Liesje sterkt in haar voornemen de opdracht wél uit te voeren. Daarbij komt dat ze anders een grote kans loopt bij Van Dale thuis te moeten komen om haar straf te ondergaan.

In de verschillende schrijvers die ze tegenkomt zijn vrij gemakkelijk bestaande schrijvers te herkennen. Als eerste Jan Wolkers die naar Rotterdam is geweest om wiet te scoren en nu stoont in de trein zit. “Jofele stad, rotterdam, zeker als je wat gerookt had, een hele kliene sien met al dat glas en steen, net of je in een ander land was.” (…) “O daar had je de kondukteur – hip pakkie had die vogel aan. Goed gesneden en lekkere bokkestof. Einde-pet op. Zo’n kniptang was trouwens ook helemaal uit een andere wereld. Klien en glanzend, van een grote schoonheid.”

Campert schrijft in een anti-autoritaire spelling: informaatsie bijvoorbeeld, powezie en ekspierementelen. Naast Wolkers ontmoeten we: het Roofdier, Jan Cremer; de Best Gekapte Schrijver van Nederland, Harrie Mulisch. Zelf komt hij voor in een bescheiden bijrol, fietsend in een geruit houthakkershemd. Omdat haar moeder vond dat al die vreselijke schrijvers alleen maar over seks schrijven, heeft Liesje zich als taak gesteld hier meer over te weten te komen. De grap is dat ze het woord niet schijnt te kennen maar wel voortdurend met het onderwerp in de weer is.

Het boek leest als een trip in de tijd van Flower Power, compleet met alle uitdrukkingen die intussen geschiedenis zijn. Er gebeurt nog meer: Liesjes buurjongen heeft de taak parlementariërs te ondervragen; als Liesje verdwenen is wordt de huisknecht (de scholieren zijn van chique komaf) er op uitgestuurd om haar te vinden en terug te brengen. Iets wat ook anders loopt dan voorzien was.

Als je zelf schrijft is de aardigheid vooral dat je ziet hoe los en vrij je met taal en met een verhaal kan omgaan. De auteur Remco Campert heeft zichtbaar plezier beleefd aan de persiflage op een paar van zijn bekendste collega-schrijvers.