Tag Archives: Zwellend fruit

Peter Verhelst, Zwellend fruit

6 feb

Peter Verhelst_Zwellend fruit-190x302In romans zijn we gewend een doorlopend verhaal te krijgen. Goed, er mogen allerlei vormen zijn, het verhaal kan in een chaotische volgorde worden verteld, maar toch, we stellen ons er op in om uit dat alles een logica te halen.

In de roman Zwellend fruit kun je als lezer die gedachte het best maar laten varen. Er gebeurt wel iets, je kunt een verhaallijn ontdekken, maar veel blijft open, onbegrijpelijk zo je wilt. Als je daarover gaat piekeren doe je jezelf tekort. Vanaf de eerste regels krijg je te maken met een poëtisch, bijna mythisch proza. Geef je daaraan over, laat je meedrijven en deinen op de woorden en je geniet. Wat je wel meekrijgt van het verhaal, en dat is ook heel wat, is meegenomen. De roman begint met een paar korte hoofdstukken onder de noemer L.S., lectori salutem. Daarna volgt het middendeel, de kern van het verhaal, 23 hoofdstukken onder de kop De sprookjes. Dit geeft al weer dat we geen realistische geschiedenis moeten verwachten. De namen van de personages nemen wat dat aangaat iedere twijfel weg. Het eerste hoofdstuk gaat over Klytaemnestra. Wie de weg kent in de Griekse mythen weet dat dit de vrouw was van Agamemnon. En inderdaad, de jonge Klytaemnestra ontmoet al gauw haar Agamemnon. Maar, voor het geval je de geschiedenissen kent, of nog even nazoekt, deze twee lijken niet op de personages die ten tijde van de Trojaanse oorlog geleefd zouden hebben. De tijd is vaag, Verhelsts verhaal kan zich in vele tijden hebben afgespeeld. Over Troje geen woord en personages die in de mythe een belangrijke rol spelen, komen we hier niet tegen. Misschien geven de namen wel aan dat het verhaal van alle tijden kan zijn. Uit de sprookjesachtige verhouding en het huwelijk komen kinderen. Eerst een dochter, Iphigenia, en later een zoon, Orestes. Wat namen aangaat zijn we weer terug bij de Griekse overlevering; ook daar kinderen met dezelfde namen. Alleen zou Orestes de oudste zijn, en waar later nog de dochters Elektra en Chrysothemis worden geboren, houdt Verhelst het op Elektra als laatste. Ik noem de verschillen om aan te geven dat het geen zin heeft om in deze roman een rechtstreekse relatie met de Griekse mythe te zoeken. In een enkele korte zin zie je tijdsaanduidingen van veel later: “Alleen het rechteroog van Agamemnon lichtte op als de gloeiende kegel van een sigaret.” Ik laat om het sprookjesachtige nog een paar zinnen volgen uit een hoofdstuk over Klytaemnestra: “Ze stak haar hand in zichzelf en woelde rond, op zoek naar de wortel van het onbehagen. Het enige wat ze voelde, was een droom. Ze greep de droom en rukte die uit, hield die in de lucht en kneep die als een spons leeg. Tientallen kleine dromen stroomden over haar arm. Sommige vielen in het water en zonken als munten naar de diepte.”
En een uitbundige zin: “Soms is de zon zo rijk en de regen zo gul dat een ochtend in april lijkt op een sneeuwstorm in december, zo hevig staan de bomen in bloei.”

Ook al is er niet een verhaallijn die je in een korte samenvatting kan weergeven, toch is er een onderwerp. De magie van liefde, van een gezin, kinderen, noodlot. Verhelst heeft een heel eigen aanpak, zijn weg loopt niet langs verstandelijke lijnen – die lijkt hij juist te willen mijden.

Deze roman is een roman voor de liefhebber van taal, voor degene die zichzelf kan loslaten om te genieten van zinnen die soms zinnelijk worden. En voor wie zich waagt aan het zelf schrijven van verhalen is het een uitdaging om je los te maken van het alledaagse, om te durven overdrijven. En wie toch al soms de neiging heeft om huisgenoten of vrienden voor te lezen, die zal moeite hebben die neiging te bedwingen. Maar waarom zou je? Is elkaar voorlezen ook niet erg leuk?

Advertentie