Archief | augustus, 2013

Goran Tunström, De dief

30 aug

Goran Tunstrom_De dief_182x292De schrijver en het boek waren nieuw voor mij. Als kind keek ik al naar de uitgeverij als een eerste steuntje, ik had met plezier sommige boeken van Kluitman gelezen en boeken van dezelfde uitgever begonnen daarom met een plusje. Nu zijn het de literaire uitgevers die dat plusje hebben en De Bezige Bij hoort erbij. De flaptekst sprak me aan en een stukje uit NRC dat trots op de omslag stond: ‘De dief heeft alles wat een leeslustige van een dikke roman verlangt: liefde, ongeluk, geestige toon, geleerdheid, spanning. Het type boek dat je zelfs op de fiets niet weg wilt leggen.’

Ik werd niet teleurgesteld. Het boek begint met een man die nooit iets onbehoorlijks gedaan had, aangezien hij nooit ook maar iets gedaan had. Het is een nietsnut en juist deze Fredrik ontmoet het argeloze schoolmeisje Ida. Op bladzijde elf denkt zij ‘dat ze iemand die zo vriendelijk is maar eens over zijn wang moet strijken.’ En na een witregel lezen we: ‘Het moeten merkwaardige liefkozingen zijn geweest, want een paar weken later begon Ida over te geven.’ Aan de andere kant van de badkamerdeur staan haar ouders en de broer die voor dominee studeert en die degene is die haar het huis uitgooit omdat ze zijn goede naam heeft bevlekt. Waarna een vreselijk huwelijk begint. Het zou ook vreselijk lezen kunnen zijn, ware het niet dat Tunströms toon je regelmatig doet glimlachen waardoor de geschiedenis weliswaar niet vrolijker wordt, maar ontkomt aan de zwaarte die het makkelijk had kunnen hebben. Ze komen te wonen in het huis van zijn disfunctionele ouders, als geschenk krijgen ze Johan die Ida ruimhartig accepteert. In de loop van de tijd ontstaat er een band tussen Johan en zijn halfzusje Hedvig. Op basis van die dramatische verhouding zou je het boek een liefdesverhaal kunnen noemen. Maar er is veel meer. In de eerste plaats zijn er talloze bijfiguren en hun verhalen, verhalen die zo kleurrijk zijn dat je ze beslist niet wilt overslaan. In een van die verhalen hoort Johan van een Gotische, in zilver gebonden bijbel die ooit door een verre voorvader gered zou zijn. Hij voelt zich ermee verbonden, hem stelen zou niet honderd procent stelen zijn en het zou hem rijk genoeg maken om aan Hedvig een mooi bestaan te kunnen bieden. Om in de buurt te komen begint hij te studeren en allengs klimt hij hogerop in de wereld van oude handschriften. Vanzelfsprekend is dit allerminst voor iemand met een vader die nergens voor deugt en aan de drank is, en broers die voor galg en rad opgroeien.

Interessant is het dat Tunström de roman is begonnen als een verhaal vanuit verschillende personages en dat hij op bladzijde 157 een ommezwaai maakt. ‘Dag en nacht ben ik, die ze Johannes van de Kruik noemen, met een gevoel van haast bezig geweest mijn levensverhaal op te schrijven. Ik heb geprobeerd afstand tot mijzelf te bewaren door over mijzelf in de derde persoon te schrijven. Dat is niet langer mogelijk. Immers, die belachelijke figuur die over Hedvig gebogen staat in de overtuiging dat hij haar in de wereld van de conventies kan teruglokken, dat ben ik.’

De meeste schrijvers zie je zulke veranderingen niet doorvoeren en in het algemeen wordt gedacht dat je een perspectief kiest en daarbij moet blijven. Ik vind het prikkelend om te zien dat een auteur afstapt van dat dogma. Niet dat ik daarmee voorstander wordt van een vorm die zomaar alle kanten uitgaat. Tunström laat zijn personage met een duidelijke verklaring komen en houdt zich daarmee aan een andere regel, namelijk dat je van alles mag laten gebeuren in je verhaal, zolang je weet te verkopen dat het onwaarschijnlijke wél geloofwaardig is, onder deze omstandigheden, en gegeven de karakters van deze personages. In De dief zijn de personages geen alledaagse mensen, al hebben ze herkenbaren verlangens en gevoelens. Een korte inhoud doet een roman altijd tekort en in dit geval gebeurt er zoveel dat er geen beginnen aan is. Eén uitzondering: in Ravenna vindt Johan een belangrijk oud Gotisch handschrift. Dat dit in zijn geheel in de roman opgenomen is, past in de lust, de passie voor verhalen van Tunström. Als lezer laat je je meeslepen en denk je nooit, hou je nu eens aan de hoofdlijn. Dat komt door de aanstekelijke manier van schrijven. Inderdaad, je zou al fietsend nog door willen lezen.