Archief | juli, 2013

Remco Campert, Een liefde in Parijs

24 jul

Remco Campert - Een liefde in Parijs__290Wat ik van Remco Campert las was lichtvoetig, vrolijk en soms hilarisch. In deze roman, die wat de omvang betreft ook wel een novelle had kunnen heten, schildert hij een portret van Richard Sanders. Als het doek opengaat staat de hoofdpersoon voor de ingang van een hotel op de Place du Panthéon. Hij is net aangekomen in Parijs. ‘Toen liep ze langs hem, een goed geklede, elegante vrouw, zoals je ze in Parijs meer zag dan in zijn woonstad Amsterdam.’ Als ze hem ziet houdt ze even de pas in en vraagt ‘Rik?’ Ze kent hem bij de verkorting van zijn naam die hij heel vroeger gebruikte. Ze kent hem dus kennelijk, maar Richard kan haar niet plaatsen.

Richard is een gevestigd schrijver die naar Parijs gekomen is voor de presentatie van zijn laatste boek, die plaats zal vinden in de galerie waar een expositie geopend zal worden van schilderijen van een oude en inmiddels beroemde vriend van hem, Tovèr. In de periode voor de presentatie ontmoet Richard zijn uitgever, broedt over de ontmoeting met de vrouw die zich voorstelde als Sacha Lefort, vroeger Sacha van Munster.
Afwisselend speelt het verhaal zich af in het nu, dat misschien niet zo ver verwijderd is van de tijd waarin de roman is geschreven: 2004, en in verschillende eerdere momenten van Richards leven. Belangrijk is zijn eerste periode in Parijs, samen met zijn vriend Tovèr bewonen ze een klein hok, ergens hoog achter. Hij schrijft gedichten, Tovèr tekent. Twee jonge kunstenaars, even twintig en arm, zoals het hoort. Tovèr heeft wat meer zakelijk inzicht, hij weet tekeningen met gedichten te verkopen aan een tijdschrift, en krijgt langzaam voet aan de grond in het Parijse. Richard voelt dat hij achterblijft en gaat terug naar Amsterdam. Hij vermoedt dat hij Sacha misschien ooit ontmoet heeft in Antwerpen, daar had hij een tijdje gewoond, maar veel valt daarvan niet te achterhalen; hij was vrijwel continu in de lorum.

Andere flashbacks gaan terug naar zijn jeugd, de verhouding met zijn vader, een bekend toneelspeler die na omwentelingen in de toneelwereld die mij aan de actie tomaat deden denken, op een zijspoor belandt.

Al lezend kwamen gedachten over Remco Campert in mij op. De schrijver is zeker een tijd in Parijs geweest, niet zijn vader, maar zijn moeder was een bekend actrice. Het deed me zeker niet concluderen dat de roman autobiografisch zou zijn, maar bepaalde elementen zouden wel uit eigen ervaring kunnen zijn geschreven. Maar ja, er zijn ook mensen die hebben gesteld dat wat je ook schrijft, er altijd autobiografische delen in de tekst sluipen.

Terwijl je als lezer door de verschillende flashbacks een duidelijker beeld krijgt van Richard Sanders, komt het moment van de opening van de expositie en van de boekpresentatie dichterbij. Dan, in de galerie waar het allemaal zal gebeuren, ziet hij Sacha weer. Het luidt het begin in van een verrassende ontknoping.
Dit is min of meer het geraamte van de roman. Vanzelfsprekend zijn er meer personages die een rol spelen, in het Parijs van nu en in de flashbacks. In wezen blijft het een overzichtelijk verhaal, zoals gezegd een portret van een kunstenaar, tegelijkertijd is er het raadsel van de vrouw en de vraag die de hoofdpersoon wil oplossen: wie is zij, wat had ik met haar?
Ik vond het een lichtvoetig en gevoelig geschreven roman die me qua stijl deed denken aan Slot Gripsholm van Kurt Tucholsky. Er bestaat wel een goede kans dat, als ik Tucholsky zou zoeken, vinden en herlezen, ik zou terugkomen van wat ik net schreef. Je weet soms niet wat er gebeurt als je een boek dat je jaren geleden met plezier las, opnieuw gaat lezen. Je bent tenslotte niet meer de lezer van toen.