Archief | mei, 2012

Anne Tyler, Ademlessen

18 mei

Dit is de roman waarvoor Anne Tyler in 1989 de Pulitzerprijs kreeg. Na een flinke zoektocht in huis vond ik zowel de Engelse als de Nederlandse versie. Zo langzamerhand begint mijn boekenverzameling niet alleen de omvang van een bibliotheek te krijgen, maar ook andere eigenschappen, zoals de mogelijkheid onverwachte vondsten te doen.

De roman is een mooi voorbeeld van de stelling dat je qua tijd en ruimte niet heel veel nodig hebt om een veelomvattende roman te schrijven. Het verhaal speelt zich af op één lange, warme zomerdag waarop Maggie en haar echtgenoot Ira van Baltimore naar een plaats op zo’n negentig mijl noordelijker gaan. Maggie zou je op heel wat vlakken een rampenplan kunnen noemen, maar wel een zacht en lief rampenplan. Als ze ’s morgens de auto ophaalt van de garage, hoort ze op de autoradio dat Fiona gaat trouwen. Ze denkt dat het haar schoondochter is, de ex van haar zoon en raakt er zo door van haar stuk dat ze veel te snel de weg op schiet en een lichte aanrijding veroorzaakt. Fiona en kleindochter Leroy wonen ergens op de route, dat wil zeggen, met een kleine omweg kunnen ze er wel langs gaan. Tot zover de tijd en de geografie. Die elementen blijven overzichtelijk.

Doel van de tocht is de begrafenis van de echtgenoot van een oude schoolvriendin. Er zijn meer klasgenoten uitgenodigd, wat een logisch aanknopingspunt geeft voor flashbacks naar die tijd. Verschillende flashbacks, het was ook de tijd dat Maggie Ira leerde kennen. Dat, en hoe het verder ging en gaat in de 28 jaar van hun huwelijk, kom je in de loop van die dag te weten.
Hoe beiden zich gedragen wordt ook duidelijk uit een voorval onderweg. Ze rijden een tijdje achter een langzaam rijdende en licht slingerende auto. Ira, de rustige, wacht geduldig af. Maggie windt zich meer en meer op. Als ze er uiteindelijk voorbijgaan, draait zij het raampje open, gebaart en roept de man, een oude kleurling, toe dat zijn wiel los zit. Haar idee van wraak. Achterom kijkend ziet ze dat de man is gestopt en naast zijn auto staat. Waarop ze na nog een tijdje Ira dwingt om terug te gaan om de man weer gerust te stellen. Wat tot een hoop oponthoud en een prachtige episode leidt.

Waar Maggie een impulsieve, eerst doen, dan denken, vrouw is, is Ira rustig op het flegmatieke af. Hoe die twee botsen en elkaar weer aantrekken is een doorlopende lijn in het verhaal. Maggie heeft nog een vermeldenswaardige karaktertrek. Zij wil de omstandigheden een beetje sturen, zodat de wereld, althans haar omgeving, wordt zoals die in haar ogen zou moeten zijn. Dat is heel goed bedoeld, maar loopt niet altijd goed af.

De roman bestaat uit drie delen, waarbij alleen het korte deel twee, vanuit Ira is geschreven. Verder ligt het perspectief steeds bij Maggie. De kracht van het boek is dat je tijdens de autotocht, de begrafenis en het bezoek aan Fiona, een compleet beeld krijgt van de verhoudingen tussen de personages en dat je vooral Maggie en Ira leert kennen alsof ze familieleden van je zijn. Opnieuw is wat boeit, het feit dat Anne Tyler dicht op de huid zit van de personages.
Wat willen ze? Wie mij kent, weet dat dat een van mijn vaste vragen is. Antwoord: niets wereldschokkends. Maggie, ik zei het al, wil situaties verbeteren, naar haar hand zetten. Ira wil vooral rust en met rust gelaten worden. Met zulke simpele uitgangspunten kun je dus een roman schrijven en de belangrijkste Amerikaanse prijs voor literatuur winnen.