Archief | maart, 2014

Pascal Mercier, Nachttrein naar Lissabon

26 mrt

Pascal Mercier - Nachttrein naar Lissabon-185x301Nachttrein naar Lissabon begint beter dan de omschrijving op het achterplat: ‘Opgeschrikt door het plotselinge besef dat de tijd hem door de vingers glipt, laat hij (Raimund Gregorius) zijn geordende leven achter zich en vertrekt nog diezelfde nacht met de trein naar Lissabon. De aanleiding voor deze drastische stap is een boek dat hij bij toeval in handen heeft gekregen.’

In de werkelijkheid van de roman verandert het leven van de leraar oude talen – hij is al decennia lang een vast baken op het gymnasium in Bern – door een korte ontmoeting met een Portugese vrouw die van de Kirchenfeldbrücke lijkt te willen springen. Ze is in de war, vraagt hem of ze met hem mee mag en belandt zo in zijn les. Tien minuten voor tijd vertrekt ze. De gebeurtenis zet zijn leven op zijn kop. Hij verlaat de school, zijn boeken blijven op het katheder liggen. Natuurlijk is ze verdwenen. Op dat moment is hem een zware jas van verplichtingen van de schouders gegleden. Hij is vrij en beseft dat zijn leven niet eeuwig volgens het geijkte patroon hoeft door te gaan. Als hij in een Spaanse boekhandel en antiquariaat rondkijkt, pakt hij een boek op waarin een studente heeft staan lezen en dat ze met een liefdevol gebaar weer terug legde. Het blijkt een Portugees boek, Um ourives das palavras, Een goudsmid van woorden, van Amadeu Inácio de Almeida Prado. De boekhandelaar leest hem, al vertalend, een paar alinea’s voor. Uiteindelijk doet hij Gregorius het boek cadeau. Deze zoekt en vindt later een Portugese grammatica en begint thuis een paar stukken te vertalen. Aan het eind van de nacht pakt hij een koffer in en de volgende ochtend om halfacht vertrekt hij naar Lissabon.

Gregorius’ is geraakt en wil meer over de schrijver-arts te weten te komen. Het bijzondere aan Prado is dat hij een leven lang weldoordachte filosofische notities over zijn leven en zijn handelen heeft gemaakt. Een jaar na de Anjerrevolutie zijn de verzamelde notities gepubliceerd door een onbekende uitgever. Het behelst de jaren ervoor. Het is de tijd van de fascistische dictatuur, de geheime dienst en de martelingen. Aanvankelijk heeft Prado er niet veel mee te maken. Hij is een geliefd arts, zeer in mensen geïnteresseerd, tot een vrijwel stervende topman van de geheime politie bij hem naar binnen wordt gebracht. Hij moet een keuze maken tussen het belang van de vervolgden en zijn eed als arts. Deze keuze bepaalt voor een goed deel Prado’s verdere leven.
Terug naar de reis van Gregorius. Hij leest en vertaalt regelmatig stukken uit het boek van Prado. AS SOMBRAS DA ALMA. DE SCHADUWEN VAN DE ZIEL. Zo beginnen de stukken, een Portugese titel en een vertaling. Deze notitie begint met: De verhalen die anderen over je vertellen en de verhalen die je over jezelf vertelt: welke komen in de buurt van de waarheid?
Het leven van Prado is interessant omdat hij het leeft én erover nadenkt. Er zijn ingrijpende gebeurtenissen en het speelt in een tijd waarin keuzen belangrijk waren. En dan is er zijn gegoede afkomst, die een band met een ware vriendin uit een familie van boeren in de weg staat. Naar aanleiding van zijn verhouding tot zijn vader en die tot zijn moeder vraagt hij zich af hoeveel je wordt beïnvloed, zelfs door nooit uitgesproken verwachtingen?
Gregorius bezoekt belangrijke mensen uit Prado’s leven. Er is een zus die hem adoreerde, een inmiddels niet meer meisje dat hem nog kende uit de tijd van het lyceum, een vriend en een vriendschap met een probleem. Prado leefde, zoals de meesten, binnen een wolk van andere mensen. Verschillende van hen hebben nog brieven en notities die niet in het boek staan en die juist intieme zaken beschrijven.

In de roman volgen we zoals gezegd Gregorius op zijn tocht naar Lissabon, later ook Coimbra, waar Prado studeerde, Salamanca en Finisterre, de lezer is getuige van de verschillende ontmoetingen en de overpeinzingen die Gregorius vertaalt. Dit past bij hem, Gregorius is taal, en voor een latinist is het Portugees al snel te volgen. Regelmatig komt de eindigheid van het leven aan de orde. Prado had een aneurysma – een verwijd bloedvat dat kan scheuren – en schreef erover: Elk moment kan het laatste zijn. Zonder dat ik het voel aankomen… Hij roept de vraag op of je leven af, ‘heel’, kan zijn op het moment dat het eindigt. Hij sterft uiteindelijk op vrij jonge leeftijd. Gregorius krijgt intussen gedurende zijn reis meer en meer last van ernstige duizelingen en flauwtes en begint zich zorgen te maken over zijn eigen leven.

Alles staat en valt met het schrijven. Ook uit de ingrediënten die ik opsomde kan je een saai boek maken. Daar is hier geen sprake van. Vanaf de allereerste zin: De dag waarna in het leven van Raimund Gregorius niets meer zou zijn als ervoor, begon als talloze andere dagen bleef ik geboeid lezen. Aan de ene kant door het verhaal en aan de andere kant door de teksten van Prado die regelmatig cursief gedrukt deel uitmaken van de tekst. Zij vormen een filosofisch en dieper gravend geheel. Eén ding vond ik minder prettig. Er zijn nogal wat personages (daar kan ik wel tegen) maar als Prado een tijdlang Amadeu heet en dan weer opduikt als Prado, of Jorge O’Kelly dan eens bij zijn voornaam, dan weer bij zijn achternaam wordt genoemd, dan vind ik dat de helderheid niet ten goede komen. Maar goed, het is niet meer dan een voetnoot bij alle goede ervaringen die ik aan deze roman overhield.